Jean-Paul Höppner

In 1987 heb ik mijn anatomische kennis met dissecties aan de Vrije Universiteit Brussel vervolledigd. De twee supplementaire semesters heb ik met Summa Cum Laude en felicitaties van de jury afgesloten. Dit heeft ertoe geleid dat ik de mogelijkheid kreeg om als pro-sector op het departement morphologie en experimentele anatomie (EXAN) onder de supervisie van Prof. J.P. Clarijs mijn kennis nog verder uit te breiden. In 1995 heb ik de dienst EXAN verlaten.

In 1992, in samenwerking met Prof. J. Cabri van de Vrije Universiteit Brussel en Technsiche Universiteit van Lissabon, hebben mijn college Max Girardin en ik een speciaal anatomisch programma aan de Ruprecht-Karls universiteit van Heidelberg opgestart. Vandaag de dag, onder onze supervisie, krijgen hierdoor jonge collega’s uit heel Europa nog steeds de mogelijkheid hun praktische studies van de anatomie met hoodletter A te vervolledigen. Anatomie met hoofdletter A betekent: dissectie, menselijke embryologie en histologie.

Van 1994 tot en met 2000 heb ik aan het College Sutherland in België, Nederland en Duitsland anatomie, embryologie en praktijk onderwezen.

Sinds 2005 ben ik een EVOST fellow. EVOST is een acronym en staat voor “Evolutionary Medicine in the Osteopathic Field”. 

EVOST is een denktank omtrent osteopathische filosofie en de studie omtrent “Form” in het algemeen. Voor mij persoonlijk is embryologie een belangrijk onderdeel van morfologie en Vorm. Embryologie vormt de fundamentele basis voor de anatomische studie.

Mijn interesse met betrekking tot de betekenis van “Vorm” heeft me naar het concept van Prof. E. Blechschmidt geleid (1985). Van huize uit Duitssprekend betekent dat de literatuur van Prof. Blechschmidt in zijn originele verwoording voor me toegankelijk is. Ver doorgedreven studie en een niet aflatende nieuwsgierigheid heeft mede door het concept van Prof. Blechschmidt ertoe geleid dat zich nieuwe perspectieven omtrent de betekenis van “Vorm” hebben aangeboden.

Door de literatuur van A. T. Still met deze van Prof. E. Blechschmidt te vergelijken ben ik tot de conclusie gekomen: beide delen zich dezelfde mening met betrekking tot de natuurlijke principes maar vertalen ze in hun eigen stijl. Sinds 2001 deel ik deze kennis omtrent metabole (morphokinetische) patronen en de integratie ervan in de osteopathische pratijk met collega’s uit heel Europa. Ik ben ervan overtuigd dat de metabole (morphokinetische) patronen voor de “Vorm” hetzelfde zijn als de muzieknoten voor een componist, ze zijn de basis voor een harmonische polariteit.