VOORWOORD
A.T. Still beweert dat de sleutel tot zijn filosofie in de kennis van de anatomie ligt. Deze kennis te verwerven is geen kleine opgave. Tenzij men zich tot de wezenlijke delen van de anatomie beperkt. Maar de vraag stelt zich wat vanuit anatomisch en osteopathisch filosofisch standpunt gezien wezenlijk is? Gaat het om de kennis der botstukken vanwege het begrip osteopathie? In hoeverre is een woord of een beeld representatief om te kunnen definiëren wat een osteopaat dient te kennen om in de geest van Still’s filosofie werken te kunnen? Indien we antwoorden op deze vragen wensen dan lijkt het best dit aan Dr. A. T. Still zelf vragen. Hoe? Dit lijkt het eenvoudigst door zijn boeken te lezen en de volledige anatomie te studeren. En dit laatste zowel via boeken alsook aan preparaten.
GEACHTE DR. STILL, IK HEB EEN PAAR VRAGEN
Voor vele osteopaten is deze foto zeker een bekend beeld. Een man bekijkt een femur. In dit geval is het Dr. A. T. Still die hier een botstuk in de handen houdt. Dr. Still, de grondlegger van de osteopathie die een botstuk vasthoudt. Geachte Andrew Taylor Still, will u ons met dit beeld duidelijk maken dat de Osteo-Pathie iets met botstukken te maken heeft? Of heeft u met de gedachte gespeeld ons iets wijs te maken? Welke gedachte ging er daadwerkelijk door u heen op het moment dat deze foto genomen werd?
Uit uw literatuur weten we hoeveel van uw aandacht naar de anatomie is uitgegaan. In uw autobiografie geeft u ons meermaals te verstaan welke betekenis u het menselijk bestaan uit zicht van de osteopathie geschonken heeft. U beweert „... I had devoted my attention to the study of anatomy (1)“. Het woord “devoted” laat daarbij geen twijfel opkomen hoe fundamenteel belangrijk u deze kennis acht. In dezelfde pennenstreek onderstreept u de wezenlijke waarde van de anatomie voor uw geheel aan kennis, waarbij u trouwens niet enkel op de literatuur vertrouwt, „...I had printed books, but went back to the great book of nature as my chief study. ... The best way to study man is to dissect a few bodies (1)“. Misschien dat u, geachte Dr. Still, een beetje overdreven hebt in het aantal zelf ontlede preparaten. Misschien dat u daarmee enkel de lezer erop wilde wijzen hoe belangrijk u het acht de anatomie niet enkel uit boeken maar veel meer ook aan de mens zelf te studeren. Misschien ligt het aan het feit dat u uw eigen ogen meer vertrouwen schenkt in plaats van het enkel uit boeken af te leiden. Uw leven is gekenmerkt door de eigen observatie. Reeds bij het begin van uw autobiografie geeft u de lezer te kennen: vertrouw enkel hetgeen je zelf gezien en beleeft hebt. In de tal van aangehaalde voorbeelden schrijft u bijvoorbeeld:„...I determined to go and see it was true before I told it to Dick... (2)“. Slechts enkele bladzijden verder onderstreept u nogmaals het belang van de eigen observatie, „...If he is observing he learns more .... for he has the great book of nature constantly spread before him (3)“.
Geachte Dr.Still, op de foto zien wij hoe u naar een Femur kijkt. Althans dat is wat wij menen te zien. De vraag die echter gesteld kann worden is: wat had u werkelijk voor ogen? Welk beeld heeft zich destijds werkelijk in uw gedachten gevormd? Dit gedachtenbeeld zal naar alle waarschijnlijkheid wel meer dan enkel een Femur geweest zijn. Waarom beweert u anders „...you all should be familiar with at least ninety per cent of all the human body before you enter our clinics (4)”. Een beetje verder beweert u zelfs „... Osteopathy cannot be imparted by books only. Neither can it be taught to a person intelligently who does not fully understand anatomy both from books and dissection (5)”. Had u, Dr. Still, enkel een Femur voor ogen? Het is mogelijk maar slechts moeilijk aan te nemen.
De fotografische opname met de Femur sluit nauw aan uw uitspraak „...with the theory firmly fixed in mind that the greatest study of man is man, I began with the skeleton (6)“. Wie nu echter beweert dat deze foto en deze uitspraak de persoonlijke gedachtegang, osteopathie heeft enkel iets met botstukken te maken… Men kan zich terdege de vraag stellen of dit werkelijk door uw hoofd gegaan is toen u zich destijds zo voor de camera gezet heeft. Het is niet ondenkbaar maar moeilijk aan te nemen. Het is maar moeilijk aanneembaar omdat u duidelijk te kennen geeft „...you must be thoroughly acquainted with all that is meant by anatomy ...(7)“ waarbij u in dezelfde zin nog naast de botstukken op het belang van spieren, zenuwen, venen en arteriën wijst.
Dear Dr.Still, what were you thinking? U beweert dat het compleet logisch is dat voor iemand die zich met de anatomie vertrouwd gemaakt heeft, dat voor elkeen die deze anatomie als een onderdeel van een levendige machine begrepen heeft, het duidelijk is dat ziekte tussen aanhalingstekens enkel een effect zou zijn? U wil beweren dat deze effecten ontstaan door zenuwen die deels of geheel niet goed functioneren waardoor de levensvloeistof niet goed vloeien kan (8)? En nu wil u ons door middel van deze foto waar u naar een Femur kijkt tot de gedachte verleiden osteopathie heeft enkel iets met botstukken te maken? Geachte Dr. Still wat heeft u zich daarbij gedacht?
Het is al goed, u hoeft zich niet kwaad te maken want het klopt dat u in dezelfde zin beweert „... It appears perfectly reasonable to any person born above the condition of an idiot (8). Dit zou dus betekenen dat wanneer we ons de foto bekijken we zeker niet op de gedachte mogen komen dat u enkel naar een Femur kijkt. Indien we tot de conclusie zouden komen dat de osteopathie enkel iets met botstukken te maken heeft, zo zou dit volgens uw uitspraken betekenen dat we ogenschijnlijk niet veel van uw filosofie en uw werk begrepen hebben.
De vraag is echter waarom we met de gedachte spelen dat osteopathie (slechts) iets met botstukken zou kunnen te maken hebben. Vanwaar komt dan deze gedachtegang? Zeker niet van uwentwege. U houdt op de foto weliswaar een botstuk in de handen, beweert echter , „... One who does not know this preparatory branch is completely lost in our operating-rooms. He does not act from reason, because he does not know enough anatomy to reason from (9)”. De kennis der botstukken is zeker niet als “enough” te verstaan. Uit de aansluitende zin geeft u trouwens te kennen dat de anatomiekennis een basis voor uw filosofie vormt (9). U beweert zelfs dat het totaal zinloos is om iemand bij te brengen hoe ziektes uit zicht van de osteopathie te behandelen, wanneer deze persoon niet eerst met veel zorg de kennis van de anatomie werd bijgebracht. (9). Op de foto houdt u weliswaar een Femur in de handen maar in uw autobiografie deelt u de lezer mee „... When you are dealing with a diseased liver or any other organ or part of the body, remember the highest officer in command is the artery of nourishment, which must be assisted by the nerve of motion and the vein of renovation…(10)”; Betekent dit dan dat de osteopathie veel meer is dan enkel de opeenvolging van enkele botstukken? Wanneer u beweert dat de anatomie de basiskennis is welke naar uw filosofie leidt, betekent dit dan dat een anatomiekennis beperkt tot botstukken een beperking tot de toegang naar uw filosofie inhoudt? Ligt dus de sleutel tot een begrijpen van uw filosofie in de anatomie in haar geheel? Wil u ons duidelijk maken dat we ons aan een studie van de ganse anatomie dienen te wijden opdat we uw filosofie en uw werk kunnen verstaan? Maar geachte Dr. Still, u weet toch zelf maar al te goed dat dit geen eenvoudige opgave is. Beweert u immers zelf niet „... I told him it was a gift of life long hard study, and the result of brain-work used in studying standard authors of anatomy (11)“. Iedereen die zich de principes van de osteopathie wenst eigen te maken, dient zich dus volgens uw uitspraken eerst over de anatomie te buigen (11). Maar waar dienen we dan te beginnen? U geeft een onervaren leerling de raad met een specifiek boek te beginnen vooraleer u hem kan verder helpen de osteopathie te verstaan (11). Geachte Dr. Still, heeft u ook maar enig idee over hoeveel anatomieboeken wij heden ten dage kunnen beschikken? Al goed, het mag kloppen dat het meer boeken zijn als in uw tijd. Het is echter ook een feit dat het juist de eenvoudigste prentenboekjes zijn die vandaag de dag meestal worden uitgekozen.
Elk van deze boeken begint in zijn eerste hoofdstuk met de beschrijving van de botstukken. Wanneer u dus beweert dat u met deze botstukken uw studie begonnen bent, zo liggen deze boeken in de lijn van één van uw uitspraken (6) en … dus ook met de foto waarop u zich één van die botstukken aankijkt. Maar het lijkt er sterk op alsof niet u ons iets wil wijsmaken. De eigen interpretatie betreffende de foto en hoe u daar een Femur vasthoudt, de betekenis die deze opname vandaag de dag door sommigen onder ons vandaag de dag wordt gegeven lijkt misschien zelfs voor menigeen een alibi te zijn voor een persoonlijk ingekorte studie van de anatomie. Dit verleidt tot het vermoeden dat we onszelf dus iets willen wijsmaken.
Dear Dr.Still, what were you thinking? Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Indien u destijds geweten had tot welke interpretaties en welke betekenis menigeen dit beeld vandaag geleid heeft, men kan zich de vraag stellen of deze foto wel uw goedkeuring zou hebben gekregen. Maar goed, uiteindelijk is het maar een foto en welke betekenis we haar schenken is uiteindelijk onze eigen verantwoordelijkheid. Het blijft echter een vraag of dit ook werkelijk naar uw zin is. Dat geeft u immers duidelijk weer in uw literatuur. Daarin stelt u immers duidelijk dat de sleutel voor uw filosofie in de anatomie ligt. En dat is meer dan enkel wat kennis van botstukken en laat zich niet enkel uit boeken afleiden. Dus zegt een foto niet meer dan duizend woorden en laten zich gedachten maar moeilijk van een beeld afleiden. De vraag blijft dus zo bestaan: dear Dr. Still, what were you thinking? Het zal waarschijnlijk wel voor altijd een geheim blijven wat er in uw gedachten rondging op het moment dat deze foto genomen werd. Eén zaak lijkt echter wel duidelijk, ja toch?
Bronvermelding
(1) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 84
(2) A.T.Still, Autobiography of A.T.Still, pagina 24
(3) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 34
(4) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 152
(5) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 162
(6) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 86
(7) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 152
(8) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 94
(9) A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 162
(10)A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 191
(11)A.T.Still, autobiography of A.T.Still, pagina 126
Afbeelding: A.T. Still, Osteopathy – Research & Practice, Coverpagina